donderdag 29 maart 2007

Op weg naar de suikerfabriek


AMSTERDAM, maandagavond 26 maart
Mijn plaats van bestemming is de Sugar Factory, tegenover de legendarische Amsterdamse Melkweg. Het is een speciale avond. Het is eigenlijk een werkverslagje en een verrassingsbezoekje. Ik ga Roos volgen. De dochter van Jeroen Trommelen, de innmiddels ook al legendarische Volkskrantjournalist die tien jaren Suriname op de voet volgde. Hij schreef er een boek over. 'Dwars door Suriname' (2000). Een jaar eerder was familie Trommelen in Suriname op vakantie.

Fotografie past wel bij Roos. Ze staat niet graag in het middelpunt, maar ze is best wel nieuwsgierig – zoals haar vader. De camera biedt prima uitkomst; nu kan ze (ogenschijnlijk) langs de zijlijn blijven en toch heel dichtbij en intiem inzoomen op wat ze op het oog heeft.
Dit is het eerste deel van mijn Digitaal Dagboek en Roos komt er gewoon in voor. En wat wil het toeval: ze is huisfotografe van nachttheater Sugar Factory en de band aan huis is Club Sinas. Daarin speelt een oude jeugdvriend van mij. Jos de Haas. Percussie. “Jos gaat wel goed”, had een andere jeugdvriend mij onlangs verteld. Vroeger lachten we altijd een beetje om Jos, omdat hij zo’n dagdromer was. Hij liep altijd mee, maar was altijd met zijn hoofd ergens in de wolken. Maar hij heeft wel zijn droom tot werkelijkheid gemaakt.


Ik ben eerst naar de Albert Hein gegaan om tandenstokers te zoeken. Mijn tandvlees is weer dermate ontstoken dat ik me echt niet meer kan veroorloven om vanavond nog meer etensresten tussen mijn kiezen te hebben. Het brandt gewoon. Ik moet snel naar de tandarts. Ik kon altijd noten kraken met mijn gebit, maar dat coke-roken heeft het behoorlijk gammel en overgevoelig gemaakt.

Pijnlijk zijn ook deze uitingen van het paasfeest voor mij. Ik zag laatst al dat er een paasconcert is op 6 april in de Obrechtkerk. Ik schrok gewoon dat het alweer Pasen is. Sowieso ontgingen mij de laatste jaren in Suriname al dit soort dagen. Behalve kerst dan. Zoveel desinteresse had ik in het gezinsleven. Zo land je in december in Amsterdam en zo ben je al weer in de vierde maand van het ' nieuwe' jaar beland. Ik ben al acht maanden niet meer onder één dak met mijn vrouw en kinderen! Dit is, heb ik besloten, mijn allerlaatste paasfeest alleen. Vanaf nu zal ik er naar toe leven voor de kinderen. Zodat zij later prettige herinneringen hebben.

"Wilt u de bon?", vraagt de kassière steeds aan de klanten. Dat is zo'n nieuwe irritante mode in Nederland. Wat maakt het uit of die klant die bon wil of niet; hij komt er toch uit rollen, kan je hem net zo goed geven! Ik leg dit ook voor aan het meisje. Ze kijkt me aan met een blik: wat kom jij nou moeilijk doen?
"Het lijkt me zo vermoeiend dat de hele dag te moeten vragen", zeg ik vriendelijk. "Zo is het ons uitgelegd", zegt ze uiteindelijk met een glimlach. Allemaal kunstmatige betrokkenheid. Want sinds de scanmachines is kassawerk het meest hersenloze. En de hele dag hoor je: ' blieb... blieb'.
Dus die meiden worden wakker gehouden met domme instructies, die de indruk moeten wekken dat het nog mensen zijn die achter dat ding staan. Zolang het jonge snoezige dingen zijn, hoeft Appie Hein zich geen zorgen te maken. Overigens schattig die uniformpjes; het zijn net sterwardesjes.






* * *


Het is zo'n avond dat ik per ongeluk aan het dolen raak. Fenny en Hans, die vlakbij het Concertgebouw wonen, zijn er niet. Ik besluit Stephanie, die in de Koe werkt, op te zoeken. "Ze is thuis, ze is ziek", vertelt een van de koks. Het is nog veel te vroeg. Dit is zo'n 'risicomoment' waarover mijn psychologe bij het Jellinek het heeft. Ik heb voldoende geld op zak om (soft)drugs te kopen. Maar ik moet er niet aan denken om te falen. Ik loop langs een coffeeshop en zie een eenzame blower zitten. De weedgeur maakt me al onpasselijk. Het "interieur" spreekt me ook niet meer aan. Dan maar meteen naar de Sugar Factory.


Wat een lange rij bij de Melkweg! Ik laat me vertellen door een blanke jongeman dat Method Man optreedt. "Een rapper uit Amerika", zegt hij. Is het uitverkocht? "Ik hoop van niet." De rij loopt door tot het Leidseplein! Het moet wel goed zijn. "Ook Wu-Tang Clan geeft een gastoptreden", vertelt de jongen. Allemaal best mogelijk. Ik zie mezelf niet meer in de rij staan voor wie of wat dan ook. Oké, alleen als ik bij schaarste eten voor mijn kinderen moet halen. Maar goed; er is gewoon een nieuwe jeugd met nieuwe energie. Deze foto is overigens zwaar bewogen, maar ik kies hem toch omdat zo'n geflitste foto zo grijs en kil is. Op deze heb je tenminste die warme avondgloed. Maar ik kies klein formaat zodat-ie scherper lijkt.


In Sugar Factory is het daarentegen vrijwel leeg. Ik ben er blij om. Ik mag gratis naar binnen als ik de kassière vertel dat ik tien jaar lang ben weggeweest en Jos als het ware kom verrassen.
"De band is gaan eten, maar ga maar vast."
Er is een handvol mensen binnen. Een hedendaagse sfeer van A Clockwork Orange hangt er. Veel roodlicht. Mellow. Kinky muurschildering bij de garderobe. Lesbo sex. Twee turbomeiden schuren, terwijl de een de ander een loop van een pistool in de mond houdt. Doet me denken aan Terminator III, waarbij die beeldschone humanoid, zittend in een Porsche, op zwoelkinky toon tegen Oom agent zegt: "I like your gun." Binnen deze ambiance werkt ons Roosje dus. En apentrots zijn papa en mama.


Ook de muziek is mellow. Hoewel DJ Kareem daar toch een beetje voorzichtig mee is. "Dan denken mensen toch al gauw aan house. Maar je moet er vooral geen label op willen plakken", zegt hij. But please give me something! Hij mimiekt een korte aanloop met zijn mond en gooit eruit: "It's fucking good music!" Nou vooruit omdat ik toch zo blijf aandringen. "New Jazz, new funk."
Nu draait 'Freakin' van Amp Fiddler. Doet me denken aan de stijl van Prince. "Hij heeft, meen ik, in het verleden wel wat met Prince gedaan", zegt Kareem.
DJ Kareem is zeldzaam vriendelijk en aardig. "Nou, welkom thuis", zegt hij als ik hem over mijn verre en recente verleden vertel. En hij is vol lof over Jos: "Hij heeft veel gedaan met de New Cool Collective. Tot twee jaar geleden Neerlands Big Band-hit."


Het blijft betrekkelijk rustig in de Sugar Factory. Aan DJ Kareem ligt het niet. Aan de jamband Club Sinas ook niet. Uiterst rechts (op de grote foto) staat Jos. Zijn vader, herinner ik me, was ook een bevlogen percussionist. Jos is blond, maar doet op percussie menig zwarte verbleken, toen ook al. Die gast op voorgrond kan er ook wat van - kijk die armen werken! De hele band trouwens. De enige kritiek zou kunnen zijn dat het allemaal iets te fout- en naadloos klinkt voor een 'jam'.


In zo'n ambiance mag best een beetje morsig worden gespeeld, zoals dat vroeger in de Kroeg gebeurde onder leiding van Hans Dulfer. Jos heb ik maar kort kunnen spreken, op het podium. We hebben elkaar een stevige brasa gegeven.
En als ik voor de muziek een naam mocht bedenken. Arabian jazz. Several Nights in Tunesia. Een paar zwoele buikdanseressen zou niet misstaan. Maar de muurprojectie maakt veel goed!




Ah, daar hebben we Roosje. Fijn en klein van gestalte. En stoer. Met haar werkpose zit het wel goed.
"Het is lastig fotograferen in deze tent, er is veel rood", vertelt ze. "En al helemaal met deze band, die weinig wit licht gebruikt."
Hoewel in onopvallend zwart gekleed, is Roos met haar meisjesachtige verschijning onvermijdelijk een attractie. "Who is that Brave little girl, with that big gun", zou de humanoid in Terminator III zich afvragen.
Roos werd door een vriendin getipt op een advertentie van de Sugar Factory, die - voor op "vrijwillige basis" - een huisfotograaf zocht. "Ik heb toen een mailtje gestuurd en ik kon komen."
Wie daarmee denkt dat Roos dus "voor niets" werkt, heeft het mis.
Ze werkt aan een indrukwekkende CV. Als ze op een dag wil meedingen naar een mega-opdracht, dan kan ze bogen op een rijke ervaring. Bovenal veel durf. Klik maar op: Roos Trommelen. Uiteraard, zoals menig talent, is Roos zelf bescheiden over haar kunnen. Maar je moet toch wel wat in je mars hebben om toegelaten te worden tot de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Oftewel The Royal Academy of Art.
"Jawel. Ik ben ook de jongste die is toegelaten", zegt ze toch wel met een vleugje trots.
Ook al zijn het geen scherpe foto's - dan heb ik het effe over mijn eigen rommel; aan de poses van Roos valt niets af te dingen. In één woord: een stoere meid, die duidelijk weet waarheen ze koerst.


Hier zitten Roos en ik dan, acht jaar geleden, op Bosrokoman van Wild Coast Expedition, tijdens een dagtocht over de Surinamerivier. Zoals gezegd: kleine meisjes worden groot(s)!

Meer werk van: Roos Trommelen